Inhoud training
Professionals in de jeugdzorg werken dagelijks met gevoelige persoonsgegevens van jeugdigen en hun gezinnen. Het verzamelen, vastleggen en delen van deze informatie is essentieel voor goede hulpverlening, maar vormt tegelijkertijd een inbreuk op de privacy van betrokkenen. Sinds de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) op 25 mei 2018 gelden Europees geharmoniseerde regels voor het verwerken van persoonsgegevens. Deze regels zijn van toepassing op alle professionals in de jeugdzorg en vragen om bewuste en zorgvuldige afwegingen bij elke verwerking van informatie.
Deze training biedt deelnemers een grondige kennismaking met de belangrijkste wettelijke kaders rondom privacy en gegevensbescherming in de jeugdzorg. We behandelen niet alleen de AVG, maar plaatsen deze wetgeving in de bredere context van de Jeugdwet, de Wmo 2015, het Burgerlijk Wetboek en de Beroepscode voor Sociale Professionals. Deelnemers leren hoe deze verschillende wettelijke kaders zich tot elkaar verhouden en hoe zij deze kunnen toepassen in hun dagelijkse praktijk.
Centraal in de training staan de zes basisprincipes van de AVG: rechtmatigheid en transparantie, doelbinding, dataminimalisatie, juistheid, opslagbeperking en integriteit en vertrouwelijkheid. Deze principes vormen het kompas voor elke verwerking van persoonsgegevens. Deelnemers leren deze principes te vertalen naar concrete handelingen: welke informatie verzamel ik? Op basis van welke grondslag? Met wie deel ik deze informatie? Hoe leg ik dit vast? En hoe ben ik transparant naar betrokkenen?
Een belangrijk onderdeel van de training betreft de vraag wie toestemming kan en moet geven voor het delen van informatie. We behandelen uitgebreid het ouderlijk gezag, de verschillende gezag opties (gezamenlijk gezag, eenhoofdig gezag, voogdij, gezinsvoogdij), en het informatierecht van ouders zonder gezag. Daarnaast besteden we aandacht aan de leeftijdsgrenzen in de Jeugdwet en de groeiende autonomie van jongeren. Wat betekent het dat een 12-jarige moet instemmen met jeugdhulp? Wanneer kan een 16-jarige zelfstandig beslissen? En hoe ga je om met situaties waarin jongeren niet willen dat hun ouders bepaalde informatie krijgen?
De training behandelt ook de rechten van betrokkenen: het recht op informatie, het recht op inzage, het recht op correctie en het recht op verwijdering. Deelnemers leren hoe zij op een correcte en professionele manier omgaan met inzageverzoeken, correctieverzoeken en andere uitingen van deze rechten. Bijzondere aandacht is er voor complexe situaties zoals gescheiden ouders met gezamenlijk gezag, waarbij beide ouders recht hebben op informatie maar dit soms leidt tot spanningen of conflicten.
Een cruciaal onderdeel vormt de zorgvuldige dossiervorming en verslaglegging. Professionals leren onderscheid te maken tussen feiten, observaties, interpretaties en professionele oordelen. Ze leren hoor en wederhoor toe te passen, bronnen te vermelden, en hun verslaglegging zo in te richten dat deze voldoet aan de eisen van juistheid en respectvolle taal. Artikel 15 van de Beroepscode voor Sociale Professionals vormt hierbij het uitgangspunt.
De training besteedt expliciet aandacht aan de spanning tussen privacy en bescherming. In de jeugdzorg wordt voortdurend de balans gezocht tussen het respecteren van de privacy en autonomie van gezinnen enerzijds, en het beschermen van kinderen anderzijds. Deelnemers leren de principes van proportionaliteit en subsidiariteit toe te passen: maak de kleinst mogelijke inbreuk die noodzakelijk is voor het doel. Begin met het gesprek met betrokkenen zelf. Vraag toestemming waar mogelijk. En escaleer alleen wanneer de veiligheid van het kind dit vereist.
De training combineert theoretische kennisoverdracht met praktijkgerichte oefeningen. Door middel van realistische casussen, groepsopdrachten en interactieve discussies leren deelnemers de theorie toe te passen op hun eigen werkpraktijk. Er is expliciet ruimte voor het bespreken van dilemma's die deelnemers zelf meemaken: hoe ga je om met een jongere die niet wil dat zijn ouders bepaalde informatie krijgen? Wat doe je wanneer gescheiden ouders allebei inzage vragen maar de informatie mogelijk gebruiken in hun onderlinge strijd? Hoe transparant kun je zijn wanneer je vermoedens hebt van kindermishandeling?
De training sluit aan bij de professionele realiteit waarin professionals werken: beperkte tijd, hoge caseloads, multidisciplinaire samenwerking en de spanning tussen hulpverlening en een eventuele meldplicht. Door het bieden van concrete handvatten, duidelijke procedures en praktische oefeningen, worden deelnemers toegerust om de AVG effectief toe te passen in hun dagelijkse werk, waarbij de rechten van jeugdigen en gezinnen worden gerespecteerd en de kwaliteit van de hulpverlening wordt gewaarborgd.
2026
- Do 08-01-2026
- Do 12-03-2026
- Do 11-06-2026
- Do 10-09-2026
- Do 12-11-2026
2027
- Do 14-01-2027
- Do 11-03-2027
- Do 10-06-2027
- Do 09-09-2027
- Do 11-11-2027
Voorbereiding op de lesdag
Voorafgaand aan de training lezen deelnemers de Reader Werken met de AVG binnen de jeugdzorg.
Voorafgaand aan de training maken de deelnemers de voorbereidingsopdracht opgenomen in de Reader Werken met de AVG binnen de jeugdzorg: 5 reflectieve vragen.
Voorbereidingsopdracht: 5 reflectieve vragen
Ter voorbereiding op de training vragen we je de volgende vijf vragen te beantwoorden. Deze vragen helpen je om de verbinding te maken tussen de theorie uit de reader en je eigen professionele praktijk. Neem de tijd voor deze reflectie – er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om jouw persoonlijke professionele ontwikkeling.
Vraag 1: Reflectie op een concrete situatie
Beschrijf een recente situatie uit je werk waarin je hebt getwijfeld over het verzamelen, vastleggen of delen van informatie. Wat was de situatie? Waar twijfelde je over? Hoe heb je uiteindelijk besloten en waarom? Wat zou je nu, na het lezen van de reader, anders doen of juist hetzelfde doen?
Vraag 2: Jouw grootste uitdaging
Wat is voor jou persoonlijk de grootste uitdaging in het werken met de AVG binnen de jeugdzorg? Gaat het om het maken van afwegingen wanneer je wel of niet informatie mag delen? Om het zorgvuldig vastleggen? Om het omgaan met gescheiden ouders? Om transparantie naar cliënten? Benoem wat voor jou het lastigst is en probeer te analyseren waarom dit voor jou lastig is.
Vraag 3: De spanning tussen privacy en bescherming
In de jeugdzorg ervaar je regelmatig de spanning tussen enerzijds het respecteren van privacy en autonomie van gezinnen, en anderzijds het beschermen van kinderen. Beschrijf een voorbeeld uit je werk waarin deze spanning zich voordeed. Hoe ben je hiermee omgegaan? Welke overwegingen heb je gemaakt? Welke principes uit de reader (zoals proportionaliteit, subsidiariteit, het belang van het kind) herken je in je eigen handelen?
Vraag 4: Verbetering van je verslaglegging
Denk na over je huidige manier van verslaglegging. Wat doe je al goed? Waar ligt ruimte voor verbetering? Na het lezen van de hoofdstukken over zorgvuldige verslaglegging: wat zijn twee of drie concrete verbeterpunten die je wilt toepassen in je verslaglegging? Hoe ga je dit doen?
Vraag 5: Een casus voor bespreking
Bedenk een casus uit je werk (geanonimiseerd!) die je graag tijdens de training wilt bespreken. Dit kan een dilemma zijn waar je nog mee zit, een situatie die je achteraf anders had willen aanpakken, of een complexe afweging die je hebt moeten maken. Beschrijf de casus in maximaal 200 woorden en formuleer een concrete vraag die je hierover wilt bespreken tijdens de training.
Bestuderen van geselecteerde artikelen:
- Artikel 4 AVG: Definities (persoonsgegevens, verwerking, betrokkene, verwerkingsverantwoordelijke)
- Artikel 5 AVG: Beginselen inzake verwerking van persoonsgegevens (rechtmatigheid, behoorlijkheid, transparantie, doelbinding, dataminimalisatie, juistheid, opslagbeperking, integriteit en vertrouwelijkheid)
- Artikel 6 AVG: Rechtmatigheid van de verwerking (grondslagen voor gegevensverwerking)
- Artikel 9 AVG: Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens
- Artikel 12-14 AVG: Transparante informatie, communicatie en nadere regels betreffende het recht op informatie van de betrokkene
- Artikel 15 AVG: Recht van inzage van de betrokkene
- Artikel 16 AVG: Recht op rectificatie
- Artikel 17 AVG: Recht op het laten verwijderen van gegevens ('recht op vergetelheid')
- Artikel 2.3 Jeugdwet: Algemene taken op het gebied van jeugdhulp
- Artikel 4.1.1 Jeugdwet: Rechten van de jeugdige
- Artikel 4.2.1 Jeugdwet: Recht op informatie en inzage
- Artikel 7.3.8 Jeugdwet: Verstrekking van gegevens zonder toestemming betrokkene
- Artikel 1:247 Burgerlijk Wetboek: Ouderlijk gezag
- Artikel 1:251 Burgerlijk Wetboek: Gezamenlijk gezag
- Artikel 1:253 Burgerlijk Wetboek: Gezag van één ouder
- Artikel 1:377b en 1:377c Burgerlijk Wetboek: Consultatierecht en informatierecht van ouder zonder gezag
- Artikel 15 Beroepscode voor Sociale Professionals (BPSW): Verslaglegging
Bestuderen van geselecteerde hoofdstukken uit het boek:
Janssen, L. (2024). Jeugdrecht begrepen: een praktische handleiding (9e druk). Den Haag: Boom Juridisch.
- Hoofdstuk 17: Privacy en gegevensbescherming in de jeugdzorg
- Hoofdstuk 18: Ouderlijk gezag, voogdij en gezinsvoogdij
Programma
09:30 – 09:45 uur: Welkom & Opening (15 minuten)
-
Voorstellen van trainer en deelnemers
-
Toelichting op doel en opbouw van de dag
-
Inventarisatie van verwachtingen en leerdoelen
-
Praktische afspraken over de online-training
-
Bespreking voorbereidende opdrachten
09:45 – 10:00 uur: Privacy & Privacyschending (15 minuten)
-
Interactieve opdracht: persoonlijke ervaring met privacyschending
-
Definitie van privacy en het belang ervan in de jeugdzorg
-
Vormen van privacyschending en de impact op betrokkenen
-
Introductie van de applicatie JeugdConnect
10:00 – 10:30 uur: Wet- en Regelgeving (30 minuten)
-
Privacy als fundamenteel recht (EVRM, IVRK, Grondwet)
-
Overzicht van de gelaagdheid van privacywetgeving
-
De AVG: Europese regelgeving en directe werking
-
De Jeugdwet en Wmo 2015: specifieke bepalingen voor het sociaal domein
-
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)
10:30 – 11:15 uur: Casus Bezorgde Buurvrouw (45 minuten)
-
Presentatie van de casus: bezorgde buurvrouw belt over gezin Ahmadi
-
Groepsopdracht: welke rechten spelen hier? (privacy vs. bescherming)
-
Bespreking van verschillende handelingsopties
-
Analyse: welke informatie is nodig voor een zorgvuldige afweging?
-
Dilemma: recht op privacy versus recht op bescherming
-
Klassikale discussie en terugkoppeling
11:15 – 11:30 uur: Pauze (15 minuten)
11:30 – 12:00 uur: Zorgvuldig Handelen & AVG-Beginselen (30 minuten)
-
Cruciale afwegingen bij elke verwerking van persoonsgegevens
-
Handvatten voor professionals: AVG-principes, wettelijke taken, grondig feitenonderzoek
-
De zes basisprincipes van de AVG:
-
Rechtmatigheid en transparantie
-
Doelbinding
-
Dataminimalisatie
-
Juistheid van gegevens
-
Opslagbeperking
-
Integriteit en vertrouwelijkheid (beveiliging)
-
-
Zorgvuldigheid = bewuste keuzes maken
12:00 – 12:30 uur: AVG-Quiz (30 minuten)
-
Interactieve quiz met 8 praktijksituaties
-
Deelnemers bepalen welk AVG-principe van toepassing is
-
Directe feedback en toelichting per vraag
-
Verdieping van begrip door praktijkvoorbeelden
13:30 – 14:30 uur: Opdracht WhatsApp-groep (60 minuten)
-
Presentatie van de casus: jeugdprofessional maakt WhatsApp-groep "Team Jayden"
-
Stap 1: Wat ging er mis? (20 minuten)
-
Groepsopdracht: minimaal 5 AVG-fouten benoemen
-
Gebruik van checklist: taak, doel, grondslag, noodzakelijkheid, transparantie, juistheid, vertrouwelijkheid
-
-
Stap 2: Hoe had het WEL gemoeten? (30 minuten)
-
Bedenken van een beter alternatief
-
Communicatie: welk middel, wie betrekken, welke afspraken?
-
Ouders betrekken: informeren van beide ouders, toestemming vragen
-
Informatie delen: wat wel/niet delen, correcte formulering
-
-
Klassikale bespreking en reflectie (10 minuten)
14:30 – 14:45 uur: Pauze (15 minuten)
14:45 – 15:15 uur: Grondslagen & Rechten (30 minuten)
-
De zes grondslagen voor gegevensverwerking (artikel 6 AVG)
-
Toestemming van de betrokkene
-
Noodzakelijk voor een overeenkomst
-
Wettelijke verplichting
-
Vrijwaring van een vitaal belang
-
Taak van algemeen belang of openbaar gezag (wettelijke taak)
-
Gerechtvaardigd belang
-
-
Welke grondslag gebruik je wanneer in de jeugdzorg?
-
Belangrijke rechten van betrokkenen:
-
Recht op informatie en transparantie
-
Recht op inzage
-
Recht op correctie
-
Recht op verwijdering ('recht om vergeten te worden')
-
Recht op zeggenschap
-
15:15 – 16:00 uur: Casussen over Rechten (45 minuten)
Bespreking van vier praktijkcasussen in kleine groepen:
- Casus 1: Gescheiden ouders – vader vraagt inzage in dossier van Jayden (12 jaar) met informatie over moeder
- Mag vader inzage?
- Wat doe je met informatie over moeder?
- Speelt de leeftijd van Jayden een rol?
- Casus 2: Moeder vraagt correctie van verslag ("Moeder kwam niet opdagen en neemt haar verantwoordelijkheid niet")
- Moet je dit aanpassen?
- Hoe formuleer je het beter?
- Wat als je collega het anders heeft ervaren?
- Casus 3: Transparantie – informatie ingewonnen bij school zonder medeweten van moeder
- Had je moeder vooraf moeten informeren?
- Wat vertel je nu aan moeder?
- Hoe voorkom je dit in de toekomst?
- Casus 4: Sem (15 jaar) zegt: "Wat ik net heb verteld, mag je NIET opschrijven"
- Mag Sem bepalen wat je wel/niet opschrijft?
- Hoe weeg je zijn privacy af tegen hulpverleningstaak?
- Wat als moeder later inzage vraagt?
Klassikale terugkoppeling en verdieping
16:00 – 16:45 uur: Dossiervorming & Dilemma's (45 minuten)
-
Zorgvuldige dossiervorming en verslaglegging
-
Waarom is goede dossiervorming belangrijk?
-
Kwaliteit waarborgen: continuïteit, verantwoording
-
-
Zorgvuldigheidseisen:
-
Juistheid van informatie
-
Noodzakelijke informatie vastleggen
-
Toepassing van hoor en wederhoor
-
Feiten en meningen scheiden
-
Bronvermelding
-
-
Artikel 15 BPSW: Beroepscode Sociale Professionals
-
Onderscheid maken tussen:
-
Feiten ("Moeder kwam niet")
-
Meningen ("Moeder is ongemotiveerd")
-
Observaties ("Kind speelt alleen in hoek")
-
Professionele oordelen ("Ontwikkelingsachterstand")
-
-
Veelvoorkomende dilemma's in de praktijk:
-
Transparantie vs. veiligheid
-
Zorgvuldigheid vs. werkdruk
-
Hulp nodig vs. geen medewerking
-
Overdracht zonder kennismaking
-
Gescheiden ouders: wie betrek je wanneer?
-
Jongeren 12-16 jaar: "Vertel niet aan m'n ouders"
-
Ouders weigeren toestemming
-
-
Opdracht: beantwoorden van dilemma's uit eigen praktijk
16:45 – 17:00 uur: Eindopdracht & Evaluatie (15 minuten)
-
Toelichting op de eindopdracht als toetsingsonderdeel
-
Borging: hoe pas je geleerde inzichten toe in de praktijk?
-
Digitale evaluatie
-
Afsluitende reflectie en citaat
Accreditaties
Deze training is door het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) geaccrediteerd voor het opleidingstraject van jeugdzorgwerkers en jeugd- en gezinsprofessionals en is toegekend voor 10,40 accreditatiepunten.
Doelgroep
Deze training is bedoeld voor professionals en medewerkers die in hun werk persoonsgegevens verwerken van jeugdigen en hun gezinnen. De training richt zich primair op hbo-geschoolde professionals werkzaam in de jeugdzorg, gemeentelijke sociale teams, wijkteams en aanverwante sectoren, zoals jeugd- en gezinswerkers, maatschappelijk werkers, toegangsmedewerkers, pedagogisch medewerkers, jeugdhulpverleners, gemeentelijk consulenten en beleidsmedewerkers binnen het sociaal domein.
Daarnaast is de training eveneens toegankelijk voor leidinggevenden, teamcoördinatoren en beleidsmedewerkers die verantwoordelijk zijn voor de implementatie van de AVG binnen hun organisatie. Ook professionals die werken in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) of andere sociale wetgeving waarbij vergelijkbare privacyvraagstukken spelen, kunnen deelnemen aan deze training.
De training is geschikt voor zowel beginnende als ervaren medewerkers die hun kennis over privacy en gegevensbescherming willen ontwikkelen of actualiseren in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Jeugdwet en aanverwante wetgeving. Ook professionals die werken in multidisciplinaire contexten zoals lokale teams, jeugdteams of ketensamenwerking vinden in deze scholing concrete handvatten die direct toepasbaar zijn in hun dagelijkse werkpraktijk.
De aangereikte kennis en werkwijzen zijn evidence-based, juridisch onderbouwd en sluiten aan bij de professionele standaarden voor zorgvuldige gegevensverwerking en transparante communicatie met cliënten. De training biedt handvatten voor de dagelijkse afwegingen die professionals maken bij het verzamelen, vastleggen en delen van persoonsgegevens, waarbij altijd de balans gezocht wordt tussen privacy en bescherming.
Professionele ontwikkeling van de deelnemer draagt hiermee niet alleen bij aan het versterken van de eigen deskundigheid en handlingsbekwaamheid, maar vormt tevens een essentiële bijdrage aan de kwaliteit en rechtmatigheid van de gegevensverwerking binnen de jeugdzorg en het bredere sociaal domein.
Doelstellingen
Na afronding van deze training:
- Is de deelnemer in staat de belangrijkste wettelijke kaders met betrekking tot privacy en gegevensbescherming te benoemen en toe te passen, waaronder de AVG, de Jeugdwet, de Wmo 2015 en relevante bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, en begrijpt hij/zij hoe deze zich tot elkaar verhouden in de dagelijkse praktijk van de jeugdzorg.
- Is de deelnemer in staat de zes basisprincipes van de AVG (rechtmatigheid, transparantie, dataminimalisatie, juistheid, doelbinding en opslagbeperking & beveiliging) systematisch toe te passen bij het verzamelen, vastleggen en delen van persoonsgegevens, en kun de deelnemer voor elke verwerking de juiste grondslag benoemen en onderbouwen.
- Is de deelnemer in staat te bepalen wie toestemming kan en moet geven voor het delen van informatie in verschillende situaties, waarbij rekening wordt gehouden met het ouderlijk gezag, leeftijd van de jeugdige, wilsbekwaamheid en specifieke gezinssituaties zoals scheiding of voogdij.
- Is de deelnemer in staat de rechten van jeugdigen en ouders met betrekking tot inzage, correctie en verwijdering van gegevens correct toe te passen, waarbij hij/zij complexe situaties zoals gescheiden ouders met gezamenlijk gezag, het informatierecht van ouders zonder gezag, en de groeiende autonomie van jongeren adequaat kan hanteren.
- Is de deelnemer in staat een zorgvuldige afweging te maken bij het nemen van beslissingen over het verwerken van informatie, waarbij hij/zij de principes van proportionaliteit en subsidiariteit toepast, transparant is naar betrokkenen, en de spanning tussen privacy en bescherming op een professioneel verantwoorde manier hanteert.
- Is de deelnemer in staat informatie zorgvuldig en professioneel in cliëntdossiers te verwerken, waarbij hij/zij onderscheid maakt tussen feiten, observaties, interpretaties en professionele oordelen, hoor en wederhoor toepast, bronnen vermeldt, en zijn/haar beslissingen helder kan 020 26 131 93 info@deinzichtenacademie.nl www.deinzichtenacademie.nl Kantoor Nieuwendammerdijk 530-E, 1023 BX, Amsterdam 5 documenteren en verantwoorden conform artikel 15 van de Beroepscode voor Sociale Professionals (BPSW).
Deze competenties dragen bij aan een professionele en zorgvuldige benadering van gegevensverwerking, waarbij de rechten van jeugdigen en gezinnen worden gerespecteerd en de kwaliteit van de hulpverlening wordt gewaarborgd binnen de wettelijke kaders.
Werkwijze
De training Werken met de AVG binnen de jeugdzorg is didactisch opgebouwd als een post-hbo-leertraject, gericht op kennisontwikkeling, vaardigheidstraining en professionele bewustwording. De opzet combineert theoretische kennisoverdracht met ervaringsge richt leren, waarbij deelnemers op cognitief, emotioneel en vaardigheidsniveau worden geactiveerd. Deze werkwijze sluit aan bij de kenmerken van formeel leren zoals beschreven in het accreditatiekader van SKJ, en is ontworpen om professionele competenties in het omgaan met privacy, gegevensverwerking en zorgvuldige informatiedeling te versterken.
De leeromgeving is veilig, activerend en praktijkgericht. Deelnemers worden uitgenodigd tot reflectie op eigen ervaringen, het delen van professionele uitdagingen en het kritisch analyseren van complexe casussituaties. Theorie en praktijk worden voortdurend aan elkaar gekoppeld, met aandacht voor zowel individuele vaardigheden als interprofessionele samenwerking binnen het hulpverleningsnetwerk.
De volgende leeractiviteiten worden ingezet:
- Literatuurstudie (zelfstudie vooraf): Deelnemers bestuderen voorafgaand aan de bijeenkomst de Reader Werken met de AVG binnen de jeugdzorg. Deze theoretische basis vormt het fundament voor de toepassing tijdens de trainingsdag en bevat actuele informatie over de AVG, de Jeugdwet, ouderlijk gezag, rechten van betrokkenen en zorgvuldige dossiervorming.
- Theoretische kennisoverdracht: Tijdens de bijeenkomst worden wetenschappelijke concepten en wettelijke kaders behandeld, waaronder de gelaagdheid van privacywetgeving, de zes basisprincipes van de AVG, de grondslagen voor gegevensverwerking, en de rechten van jeugdigen en ouders.
- Interactieve opdrachten en casuswerk: Deelnemers werken met realistische casussituaties waarin zij de AVG-principes toepassen. Via opdrachten zoals de analyse van de casus "Bezorgde Buurvrouw", de WhatsApp-groep opdracht, en de vier casussen over rechten van betrokkenen, ontwikkelen zij praktische vaardigheden. Er wordt gewerkt in afwisseling tussen individueel, tweetallen, kleine groepen en plenaire bespreking.
- AVG-Quiz: Door middel van een interactieve quiz met acht praktijksituaties toetsen en verdiepen deelnemers hun begrip van de AVG-principes. Directe feedback en toelichting zorgen voor verankering van de kennis.
- Reflectie en peer-learning: Deelnemers reflecteren systematisch op hun eigen professionele context, uitdagingen die zij ervaren bij het toepassen van de AVG, en mogelijkheden voor implementatie binnen hun eigen organisatie. Door het delen van ervaringen leren deelnemers van elkaar en ontstaat een rijke leeromgeving waarin verschillende perspectieven worden gehoord.
- Dilemmabespreking: Deelnemers brengen eigen dilemma's in en bespreken deze gezamenlijk. Dit zorgt voor herkenning, verdieping en het ontwikkelen van handelingsperspectieven voor complexe situaties die zich in de praktijk voordoen.
- Schriftelijke eindopdracht: Na afloop van de training stellen deelnemers een implementatieplan op waarin zij concrete doelen en actiepunten formuleren voor de implementatie van de AVG-beginselen binnen hun eigen werkpraktijk. Dit plan wordt getoetst op volledigheid, realiteitsgehalte en toepasbaarheid.
Deze didactisch opgebouwde en participatieve werkwijze draagt bij aan duurzame professionalisering binnen het hulpverleningsveld. De training richt zich niet alleen op kennisvermeerdering, maar vooral op het versterken van professioneel zelfvertrouwen, praktische vaardigheden en het vermogen om in complexe situaties adequate beslissingen te nemen die bijdragen aan de rechtmatige verwerking van persoonsgegevens en het respecteren van de rechten van jeugdigen en gezinnen.
1. Ondersteunen bij regievoeren
In deze training leer je hoe je gezinnen kunt ondersteunen om zelf de regie te houden over hun informatie en privacy. Privacy draait immers om zelfbeschikking: mensen moeten zelf kunnen bepalen welke informatie over hen met wie wordt gedeeld. Door transparant te zijn over wat je doet met persoonsgegevens, waarom je bepaalde vragen stelt, en met wie je informatie deelt, geef je gezinnen inzicht en controle. Je leert hen te betrekken bij beslissingen over informatiedeling, toestemming te vragen waar dit mogelijk is, en hen te informeren over hun rechten (inzage, correctie, verwijdering). Door de principes van subsidiariteit toe te passen – eerst informatie bij betrokkenen zelf opvragen, eerst met hen bespreken voordat je informatie deelt met derden – respecteer je hun autonomie en versterk je hun positie als regisseur van hun eigen leven. Ook leer je hoe je jongeren, naarmate zij ouder worden, steeds meer betrekken bij beslissingen over hun privacy en hen ondersteunt in het ontwikkelen van hun eigen zeggenschap.
2. Samenwerken met de jeugdige en het gezin
Deze training draait voor een groot deel om hoe je een vertrouwensband opbouwt en behoudt met gezinnen, waarbij zorgvuldig omgaan met privacy essentieel is. Effectieve hulpverlening is alleen mogelijk wanneer er vertrouwen is, en dat vertrouwen ontstaat wanneer mensen erop kunnen rekenen dat hun informatie wordt beschermd en met respect wordt behandeld. Je leert transparant te communiceren over wat je vastlegt, waarom je bepaalde informatie deelt, en wat er met de gegevens gebeurt. Door de principes van hoor en wederhoor toe te passen – mensen confronteren met informatie en hen de kans geven om te reageren – toon je respect voor hun perspectief en voorkom je dat zij zich overvallen voelen. Je leert gesprekstechnieken die werken bij verschillende leeftijden, van jonge kinderen tot adolescenten en ouders. Het gaat erom dat je mensen het gevoel geeft dat ze gehoord worden en serieus worden genomen, ook wanneer je moeilijke beslissingen moet nemen over het delen van informatie ter bescherming van het kind.
3. Versterken van het netwerk
Je leert in deze training om zorgvuldig en doelgericht informatie te delen met professionals en anderen in het netwerk van het gezin. Effectieve hulpverlening vraagt vaak om samenwerking met school, zorg, sportclub of andere betrokkenen. Maar informatiedeling moet altijd proportioneel en noodzakelijk zijn. Je leert te bepalen wie welke informatie nodig heeft voor hun rol in de ondersteuning, en je leert alleen die informatie te delen die echt relevant is. Door vooraf met het gezin te bespreken wat je gaat delen en waarom, betrek je hen actief bij het activeren van hun netwerk. Je leert ook hoe je multidisciplinaire overleggen (MDO's) organiseert waarbij privacy wordt gewaarborgd: wie nodig je uit, wat bespreek je, hoe betrek je het gezin zelf bij het overleg, en hoe koppel je terug? Door zorgvuldig om te gaan met informatie zorg je ervoor dat netwerkleden op een geïnformeerde en respectvolle manier kunnen bijdragen aan de ondersteuning, zonder dat de privacy van het gezin onnodig wordt geschonden.
4. Interdisciplinair samenwerken met en rond de jeugdige en zijn systeem
Een groot onderdeel van de training gaat over samenwerking met andere professionals en het delen van informatie binnen de keten. Je leert welke grondslagen er zijn voor het delen van informatie (wettelijke taak, toestemming, gerechtvaardigd belang) en wanneer je welke grondslag gebruikt. Je ontwikkelt inzicht in wat andere professionals doen en welke informatie zij nodig hebben voor hun werk. Denk aan de samenwerking tussen gemeente, school, jeugdhulpaanbieder, huisarts, jeugdgezondheidszorg en soms ook politie of Veilig Thuis. Je leert hoe je informatie deelt op basis van artikel 7.3.8 Jeugdwet, dat toestaat dat bepaalde gegevens worden uitgewisseld zonder toestemming wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van jeugdhulp. Maar je leert ook kritisch te zijn: is deze informatie echt noodzakelijk? Kan ik volstaan met minder gedetailleerde informatie? Heb ik het gezin hierover geïnformeerd? Door transparant en zorgvuldig te werk te gaan, voorkom je dat mensen tussen wal en schip vallen én dat hun privacy onnodig wordt geschonden. Je leert ook omgaan met de pettenproblematiek: verschillende rollen vragen om verschillende grondslagen en bevoegdheden.
5. Regie (deels en tijdelijk) overnemen van de jeugdige en zijn gezin
Soms moet je als professional de regie (tijdelijk) overnemen, vooral wanneer de veiligheid van het kind in het geding is. Deze training leert je wanneer dat moment is aangebroken en hoe je dat doet binnen de kaders van de AVG en de Jeugdwet. Je leert werken met het afwegingskader waarbij je systematisch beoordeelt hoe ernstig een situatie is en of ingrijpen noodzakelijk is. Ook leer je dat er situaties zijn waarin je informatie mag delen zonder toestemming, of zelfs zonder voorafgaande transparantie, wanneer dit noodzakelijk is voor de bescherming van het kind. Denk aan situaties van kindermishandeling waarbij het confronteren van ouders het onderzoek zou frustreren of het kind in gevaar zou brengen. Je leert de uitzonderingen op de transparantieplicht kennen, maar ook dat je deze uitzonderingen moet kunnen verantwoorden en vastleggen. Het gaat erom dat je snel kunt schakelen tussen ondersteunen en beschermen, afhankelijk van wat de situatie vraagt, waarbij je altijd de principes van proportionaliteit en subsidiariteit in het achterhoofd houdt. Ook leer je hoe je omgaat met conflict van plichten: wanneer mag je het beroepsgeheim schenden om een kind te beschermen?
6. Ethisch en integer handelen
Deze training laat je nadenken over lastige ethische kwesties waar je mee te maken krijgt bij het werken met persoonsgegevens. Wanneer mag je het vertrouwen van een cliënt doorbreken door informatie te delen zonder toestemming? Hoe weeg je de autonomie van ouders af tegen de veiligheid van kinderen? Wat doe je als je eigen normen en waarden botsen met die van het gezin? Hoe ga je om met gescheiden ouders die allebei recht hebben op informatie maar deze mogelijk gebruiken in hun onderlinge strijd? Je leert de wettelijke kaders kennen, maar ook hoe je omgaat met situaties waarin de wet niet alle antwoorden geeft. Door samen te reflecteren op dilemma's ontwikkel je een eigen professioneel kompas dat je helpt om in complexe situaties de juiste keuzes te maken. Je leert zorgvuldige dossiervorming waarbij je onderscheid maakt tussen feiten, observaties en interpretaties, en waarbij je respectvolle, nietstigmatiserende taal gebruikt. Je leert hoor en wederhoor toe te passen, bronnen te vermelden, en je beslissingen helder te documenteren zodat je deze kunt verantwoorden. Het gaat erom dat je integer blijft handelen – binnen de wet, binnen je beroepscode, en in lijn met je professionele waarden – ook als dat moeilijk is en er druk is om snel te handelen of informatie breed te delen.
Studiebelasting
Contacturen: 6,5 uur
Literatuurstudie: 3,25 uur
De training vindt plaats op één dag van 09:30 tot 17:00 uur (exclusief pauzes). De netto contacttijd bedraagt 6,5 uur klassikaal online onderwijs via Teams, waarin theoretische kennisoverdracht, interactieve opdrachten, casusbespreking, groepsopdrachten en plenaire discussies worden afgewisseld.
1. Literatuurstudie (ca. 3,25 uur)
Deelnemers bestuderen voorafgaand aan de training de Reader Werken met de AVG binnen de jeugdzorg (68 pagina's). De reader bevat:
- Deel I: Privacy en gegevensverwerking in de jeugdzorg (8 pagina's)
- Hoofdstuk 1: Privacy in de jeugdzorg
- Hoofdstuk 2: De spanning tussen privacy en bescherming
- Deel II: Het juridisch kader (15 pagina's)
- Hoofdstuk 3: Wetgeving die van toepassing is
- Hoofdstuk 4: De AVG: kernbegrippen en beginselen
- Hoofdstuk 5: Grondslagen voor gegevensverwerking
- Deel III: Ouderlijk gezag en toestemming (13 pagina's)
- Hoofdstuk 6: Ouderlijk gezag
- Hoofdstuk 7: Leeftijd, wilsbekwaamheid en toestemming
- Deel IV: Rechten van betrokkenen (9 pagina's)
- Hoofdstuk 8: Privacy-rechten in de praktijk
- Deel V: Professionele dossiervorming (9 pagina's)
- Hoofdstuk 9: Zorgvuldige verslaglegging
- Deel VI: De afwegingssystematiek (14 pagina's)
- Hoofdstuk 10: Van theorie naar praktijk
Daarnaast bestuderen deelnemers geselecteerde wetsartikelen en hoofdstukken:
Geselecteerde artikelen:
- Artikel 4, 5, 6, 9, 12-17 AVG
- Artikel 2.3, 4.1.1, 4.2.1, 7.3.8 Jeugdwet
- Artikel 1:247, 1:251, 1:253, 1:377b, 1:377c Burgerlijk Wetboek
Artikel 15 Beroepscode voor Sociale Professionals (BPSW) Geselecteerde hoofdstukken uit het boek: Janssen, L. (2024). Jeugdrecht begrepen: een praktische handleiding (9e druk). Den Haag: Boom Juridisch.
- Hoofdstuk 17: Privacy en gegevensbescherming in de jeugdzorg
- Hoofdstuk 18: Ouderlijk gezag, voogdij en gezinsvoogdij
Voorbereidende opdrachten: 0 uur
De 5 reflectieve vragen die deelnemers voorbereiden (zie hoofdstuk 6: Voorbereiding op de lesdag) worden niet afzonderlijk als studiebelasting meegeteld, aangezien de tijd hiervoor reeds is opgenomen in de literatuurstudie. De vragen zijn bedoeld om de verbinding te maken tussen theorie en praktijk en vormen een integraal onderdeel van de voorbereiding.
Toetsing (groepsopdracht): 0,65 uur
De eindopdracht bestaat uit een groepsopdracht die tijdens de trainingsdag wordt uitgewerkt en aan het einde van de dag wordt ingeleverd. Deelnemers analyseren in kleine groepen één van de drie praktijkcasussen, maken een zorgvuldige belangenafweging en formuleren een beredeneerd handelingsperspectief.
De groepsopdracht omvat:
- Analyse van belangen (minimaal 3 belangen identificeren en wegen)
- Juridische onderbouwing van de gekozen handelwijze met verwijzing naar AVG, Jeugdwet en Burgerlijk Wetboek
- Toepassing van AVG-principes (proportionaliteit, subsidiariteit, transparantie, dataminimalisatie)
- Formuleren van professionele communicatie naar betrokkenen
- Uitwerking van een realistisch en toepasbaar handelingsperspectief
De groep levert één gezamenlijk document in van circa 2-3 pagina's. De geschatte tijdsinvestering voor het uitwerken van de opdracht (gedurende de training) bedraagt 0,7 uur per deelnemer.
Totale studiebelasting: 10,7 uur
- Contacturen: 6,5 uur
- Zelfstudie (literatuur): 3,25 uur
- Toetsing (groepsopdracht): 0,65 uur
Aanwezigheid
Deze online-training vereist 100% aanwezigheid van de deelnemer gedurende de gehele lesdag (09:30 – 17:00 uur). De aanwezigheid is een essentieel onderdeel van formeel leren zoals bedoeld in het SKJ-accreditatiekader. Indien de deelnemer door overmacht of aantoonbare omstandigheden niet in staat is om (een deel van) de lesdag bij te wonen, kan na overleg met de trainer alsnog worden voldaan aan de aanwezigheidseis door het uitvoeren van een aanvullende individuele opdracht. De aard en inhoud van deze opdracht sluiten aan bij de gemiste onderdelen en worden vastgesteld door de trainer.
Toetsing
De training wordt afgesloten met een groepsopdracht die tijdens de training wordt uitgewerkt en aan het einde van de dag wordt ingeleverd.
Groepsopdracht: Casuïstiek en belangenafweging
Deelnemers werken in kleine groepen aan één van de drie praktijkcasussen. Elke groep analyseert de casus, maakt een zorgvuldige belangenafweging en formuleert een beredeneerd handelingsperspectief. De opdracht wordt aan het einde van de trainingsdag per groep ingeleverd.
Casus 1: Gescheiden ouders
Moeder belt: "Mijn ex-man mag NIET weten dat ik hulp zoek. Hij is heel controlerend en gebruikt alles tegen me. Alsjeblieft, bel hem niet. We hebben samen gezag, maar ik wil dit alleen regelen."
Je checkt: beide ouders hebben inderdaad gezag.
Opdrachtvragen:
- Welke belangen spelen hier? (minimaal 3)
- Wat is je wettelijke verplichting?
- Wat doe je? (kies en onderbouw)
- A) Respecteer wens moeder, vader niet informeren
- B) Informeer vader, ondanks bezwaar moeder
- C) Bespreek met moeder: waarom niet? Zoek compromis
Casus 2: De 14-jarige die niet wil dat je met vader praat
Je spreekt Mila (14 jaar) en moeder. Mila vertelt dat ze ruzie heeft met vader (gescheiden). "Hij drinkt en wordt dan boos. Ik wil niet meer bij hem logeren."
Na afloop zegt Mila: "Alsjeblieft, vertel dit niet aan papa. Dan wordt hij nog bozer op mij."
Moeder zegt: "Ik wil dat vader dit weet. Hij moet zich realiseren wat hij aanricht."
Opdrachtvragen:
- Welke rechten/belangen botsen hier?
- Mila (14 jaar)
- Moeder
- Vader
- Jij als professional
- Wat weegt het zwaarst? Waarom?
- Wat ga je doen? Formuleer je antwoord aan:
- Mila
- Moeder
Schrijf concrete zinnen op die je tegen hen zou zeggen.
Casus 3: Ouders weigeren toestemming
Je vermoedt dat Tim (8 jaar) een ontwikkelingsachterstand heeft. Je wilt informatie opvragen bij school en eventueel het kind laten testen.
Ouders zeggen: "Nee, daar geven we geen toestemming voor. Er is niks met Tim aan de hand. Jullie overdrijven. We willen niet dat de school hiervan weet."
Je hebt sterke signalen dat Tim inderdaad hulp nodig heeft.
Opdrachtvragen:
Maak de afweging: Belang Voor wie? Hoe zwaar weegt dit? (1-5)
Privacy ouders Ouders ...
Autonomie ouders Ouders ...
Ontwikkeling kind Tim ...
Informatie voor hulp Professional ...
Vroegtijdige hulp Tim ...
Besluit:
- Wat doe je? (A: respecteer weigering/ B: vraag toch info op / C: iets anders)
- Op basis van welke grondslag?
- Hoe leg je dit uit aan ouders?
Beoordelingscriteria:
De groepsopdracht wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
1. Analyse van belangen (25%)
De groep identificeert alle relevante belangen die in de casus spelen en weegt deze op een zorgvuldige en genuanceerde manier tegen elkaar af. Er wordt aandacht besteed aan:
- De belangen van alle betrokkenen (ouders, jeugdige, professional, eventueel derden)
- De onderlinge verhouding tussen deze belangen
- De mate waarin belangen met elkaar conflicteren of juist parallel lopen
- Een expliciete weging: welk belang weegt zwaarder en waarom?
Een goede analyse toont begrip voor de complexiteit van de situatie en vermijdt eenzijdige conclusies. Er wordt rekening gehouden met zowel juridische als ethische overwegingen. De groep laat zien dat zij verschillende perspectieven kunnen innemen en deze kunnen integreren in hun afweging.
2. Juridische onderbouwing (25%)
De gekozen handelwijze wordt juridisch correct onderbouwd met expliciete verwijzing naar de toepasselijke wettelijke kaders. De groep laat zien dat zij:
- De juiste grondslagen voor gegevensverwerking kunnen benoemen (artikel 6 AVG: wettelijke taak, toestemming, gerechtvaardigd belang)
- Relevante bepalingen uit de Jeugdwet kennen en kunnen toepassen (bijvoorbeeld artikel 2.3, artikel 4.1.1, artikel 7.3.8)
- Bepalingen over ouderlijk gezag uit het Burgerlijk Wetboek begrijpen en correct interpreteren (artikel 1:247, 1:251, 1:377b/c BW)
- De leeftijdsgrenzen uit de Jeugdwet kennen en weten wat deze betekenen voor toestemming en informatieplicht
De juridische argumentatie is helder en logisch opgebouwd. De groep gebruikt juridische termen correct en kan uitleggen waarom bepaalde wettelijke bepalingen wel of niet van toepassing zijn in deze specifieke situatie. Er wordt niet alleen verwezen naar de wet, maar ook toegelicht hoe deze moet worden geïnterpreteerd in de gegeven context.
3. Toepassing AVG-principes (20%)
De groep toont aan dat zij de zes basisprincipes van de AVG begrijpen en kunnen toepassen in de praktijk. Zichtbaar in de uitwerking zijn:
- Proportionaliteit: Is de inbreuk op privacy evenredig aan het doel? Wordt er niet meer informatie gedeeld of verzameld dan strikt noodzakelijk?
- Subsidiariteit: Is gekozen voor de minst ingrijpende weg? Wordt eerst informatie bij betrokkenen zelf opgevraagd? Is er gezocht naar alternatieven voordat zwaarder wordt ingegrepen?
- Transparantie: Is er aandacht voor het informeren van betrokkenen? Wordt uitgelegd wat er met informatie gebeurt en waarom?
- Dataminimalisatie: Wordt alleen die informatie verzameld of gedeeld die echt noodzakelijk is voor het doel?
- Rechtmatigheid: Is er een rechtmatige grondslag voor de verwerking?
- Juistheid: Is er aandacht voor het verifiëren van informatie en het toepassen van hoor en wederhoor?
De groep laat zien dat zij deze principes niet alleen theoretisch kennen, maar ook kunnen vertalen naar concrete keuzes in hun handelen. Er is een bewuste afweging zichtbaar waarbij deze principes zijn meegewogen.
4. Communicatie en gespreksvoering (15%)
De geformuleerde antwoorden, gesprekken of communicatie naar betrokkenen zijn helder, respectvol en professioneel. De groep laat zien dat zij:
- In begrijpelijke taal kunnen uitleggen wat zij doen en waarom
- Rekening houden met de emotionele lading van de situatie
- Respectvol omgaan met verschillende perspectieven en gevoelens
- Transparant zijn zonder betrokkenen te overvallen of te beschuldigen
- Concrete, toepasbare gesprekstechnieken gebruiken
De communicatie is afgestemd op de gesprekspartner (kind, ouder, professional) en houdt rekening met de context. Er wordt niet in jargon gesproken, maar in toegankelijke taal. De toon is professioneel maar warm, duidelijk maar niet hard. Bij moeilijke boodschappen wordt gezocht naar een balans tussen eerlijkheid en respect.
5. Praktische toepasbaarheid (10%)
Het handelingsperspectief is realistisch en toepasbaar in de dagelijkse praktijk van de jeugdzorg. De groep houdt rekening met:
- De praktische haalbaarheid van de voorgestelde stappen
- De tijdsdruk en werkdruk waarmee professionals te maken hebben
- De mogelijkheden en beperkingen binnen de organisatie
- De reacties die te verwachten zijn van betrokkenen
Het voorstel is geen theoretisch ideaalplaatje maar een werkbare aanpak die aansluit bij de realiteit van de jeugdzorg. Er wordt rekening gehouden met wat professionals daadwerkelijk kunnen doen binnen hun rol en mandaat. Tegelijkertijd blijft het voorstel ambitieus genoeg om kwaliteit en zorgvuldigheid te waarborgen.
6. Samenhang en argumentatie (5%)
Er is een logische lijn tussen de analyse van belangen, de juridische onderbouwing, de toepassing van AVG-principes en het uiteindelijke besluit. De verschillende elementen versterken elkaar en vormen samen een coherent geheel. De argumentatie is consequent en bevat geen interne tegenstrijdigheden.
De groep laat zien dat alle onderdelen van de opdracht met elkaar verbonden zijn: het besluit vloeit logisch voort uit de belangenafweging, de juridische onderbouwing rechtvaardigt de gekozen koers, en de communicatie sluit aan bij de gemaakte keuzes.
Beoordeling:
De opdracht wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende.
Voldoende: De groep heeft alle opdrachtvragen beantwoord, laat een zorgvuldige belangenafweging zien, onderbouwt de keuzes juridisch correct, past de AVGprincipes toe, formuleert professionele communicatie, en komt tot een samenhangend en toepasbaar handelingsperspectief. Kleine onvolkomenheden of onduidelijkheden zijn toegestaan, mits de kernkwaliteit voldoende is.
Onvoldoende: De opdracht is onvolledig uitgewerkt, de belangenafweging is eenzijdig of oppervlakkig, de juridische onderbouwing ontbreekt of is onjuist, AVGprincipes worden niet of nauwelijks toegepast, de communicatie is onduidelijk of ongepast, of het handelingsperspectief is niet realistisch of niet onderbouwd.
Herkansing:
Groepen die de opdracht onvoldoende uitwerken, krijgen de mogelijkheid tot herkansing. De herkansing bestaat uit:
- Het individueel aanvullen en verdiepen van de groepsopdracht
- Het expliciet adresseren van de punten waarop de oorspronkelijke inzending tekortschoot
- Een reflectie op wat er verbeterd is ten opzichte van de eerste versie
De herkansing moet binnen twee weken na de training worden ingeleverd (conform het beleid van De Inzichten Academie). Na deze termijn vervalt de mogelijkheid tot herkansing en wordt geen certificaat uitgereikt.
Literatuurlijst
Verplichte literatuur:
- Reader Werken met de AVG binnen de jeugdzorg (2024). De Inzichten Academie (onder andere gebaseerd op de aanvullende literatuur).
Aanvullende literatuur:
- Janssen, L. (2024). Jeugdrecht begrepen: een praktische handleiding (9e druk). Den Haag: Boom Juridisch.
- Autoriteit Persoonsgegevens. Algemene Verordening Gegevensbescherming. Geraadpleegd via https://www.autoriteitpersoonsgegevens.nl
Wetteksten:
- Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
- Jeugdwet
- Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo)
- Burgerlijk Wetboek Boek 1 (familierecht)
- Beroepscode voor Sociale Professionals (BPSW)
Websites en online bronnen:
- Autoriteit Persoonsgegevens: https://www.autoriteitpersoonsgegevens.nl - Voor informatie over de AVG en praktische handleidingen
- Richtlijnen Jeugdhulp: https://www.richtlijnenjeugdhulp.nl - Voor praktische richtlijnen over privacyregels in de Jeugdwet
- JeugdConnect Privacyapp: https://www.jeugdconnect.nl/privacy/ - Applicatie voor praktische privacyadvies in de jeugdzorg
- Veilig Thuis: https://www.veiligthuis.nl - Voor informatie over de meldcode en samenwerking
- Nederlands Jeugdinstituut (NJi): https://www.nji.nl - Voor kennis over jeugd en gezin
- Wegwijzer Het dossier in de jeugdhulp: Geraadpleegd via https://www.nji.nl
- Wijkteams werken met jeugd: Praktische handleidingen voor professionals in lokale teams