Inhoud training
De training Werken vanuit verbinding in de jeugdzorg is ontwikkeld voor jeugd- en gezinsprofessionals die hun professionele relatievaardigheden willen versterken in het contact met jongeren en gezinnen. Binnen de jeugdhulpverlening vormt een betrouwbare werkrelatie een essentieel fundament voor effectieve hulp. Deze training biedt deelnemers concrete handvatten om op een authentieke en methodisch onderbouwde manier verbinding aan te gaan, ook in situaties waarin sprake is van wantrouwen, weerstand of complexe gezinsdynamiek. Deze training reikt deelnemers concrete handvatten aan om, ook onder druk, vanuit menselijkheid én methodiek duurzame werkrelaties op te bouwen met jeugdigen en hun netwerk.
Gedurende de training maken deelnemers kennis met de methodiek van Steunend Relationeel Handelen (SRH), waarin vier kernhandelingen centraal staan: verbinden, verstaan, verzekeren en versterken. Deze kernhandelingen vormen het fundament voor relationeel vakmanschap in de jeugdhulp en worden in de training gekoppeld aan gespreksvoering, positionering en methodisch werken. Ook wordt stilgestaan bij de Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan) en de Cirkel van gedragsverandering (Prochaska & DiClemente) als onderliggende theoretische kaders.
De training is praktijkgericht opgebouwd en bevat interactieve werkvormen zoals reflectieopdrachten, duo-oefeningen, netwerkverkenning en rollenspellen. Deelnemers brengen eigen praktijksituaties in en oefenen met verbindende communicatievaardigheden zoals actief luisteren, empathisch bevragen en socratische dialoog. Hiermee wordt zowel het relationeel bewustzijn als het professioneel handelen versterkt. De training sluit hiermee aan op recente ontwikkelingen binnen de jeugdzorg waarin relationele afstemming, samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid centraal staan.
Daarnaast is er aandacht voor de balans tussen professionele nabijheid en distantie. In het werken vanuit verbinding is het cruciaal dat de professional zicht heeft op persoonlijke grenzen, drijfveren en triggers.
Vanuit deze zelfkennis kunnen deelnemers leren hoe zij met betrokkenheid én begrenzing duurzaam in verbinding blijven met jongeren en gezinnen, ook wanneer het spannend of ingewikkeld wordt.
Na afronding van de training zijn deelnemers in staat om vanuit verbinding een professionele samenwerkingsrelatie op te bouwen met jeugdigen en hun netwerk, een relatie die als fundament dient voor effectieve hulpverlening. Met meer vakmanschap, zelfreflectie en vertrouwen kunnen zij duurzame werkrelaties vormgeven, ook in complexe of kwetsbare situaties. Deelnemers beschikken over actuele theoretische inzichten, methodische handvatten en communicatieve vaardigheden die direct toepasbaar zijn binnen de context van de jeugdzorg.
Voorbereiding op de lesdag
- Beantwoorden reflectievragen (Koomen, 2023)
- Meebrengen praktijkcasus waarin verbinding centraal stond of juist ontbrak
- Bestuderen van geselecteerde artikelen:
- Koomen, H. (2023). Professionele pedagogische en hulpverleningsrelaties vragen meer dan een warm hart. Jeugd in Ontwikkeling.
- Bestuderen van geselecteerde hoofdstukken uit het boek: Praktijkboek Steunend Relationeel Handelen (Wilken & Den Hollander)
-
Hoofdstuk 1 – De basis van Steunend Relationeel Handelen
-
Hoofdstuk 2 – SRH als reisgids
-
Hoofdstuk 4 – Verbinden
-
Hoofdstuk 5 – Verstaan
-
Hoofdstuk 6 – Verzekeren en versterken
-
Hoofdstuk 7 – Werken in en met de omgeving
-
Programma
Introductie & leerdoelen (30 min)
-
Kennismaking: naam, functie en motivatie
-
Verwachtingen en leerdoelen
-
Introductie op het thema: het belang van werken vanuit verbinding binnen de jeugdzorg
Verdieping voorbereidende opdracht – Reflectievragen Koomen (20 min)
-
Duo-uitwisseling: reflectie op persoonlijke antwoorden
-
Plenaire terugkoppeling: gezamenlijke reflectie op centrale thema’s
De basis van werken vanuit verbinding (30 min)
-
Het belang van relationeel werken bij kwetsbare doelgroepen
-
Theoretisch kader: introductie van de methodiek Steunend Relationeel Handelen (SRH)
- Reflectieopdracht: wat betekent verbinding in jouw werkpraktijk?
Kernhandeling 1: Verbinden – Verbindend communiceren & socratische dialoog (60 min)
-
Uitleg verbindende communicatie: actief luisteren, empathisch bevragen, socratisch gesprek
-
Analyse videofragment Socratisch Dialoog
-
Duo-oefening: socratisch gesprek met nabespreking
-
Reflectie en plenaire bespreking
Kernhandeling 2: Verstaan – Levenslijn & omgaan met weerstand (60 min)
-
Oefening: opstellen en bespreken van de persoonlijke levenslijn
-
Reflectie op professionele vorming en blinde vlekken
-
Inzicht in weerstand vanuit relationeel perspectief
-
Casusanalyse in subgroepen: herkennen en analyseren van weerstandssignalen
Kernhandeling 3: Verzekeren (30 min)
-
De betekenis van voorspelbaarheid, structuur en veiligheid
-
De rol van de professional als betrouwbare, veilige factor
-
Eigen verwachtingen: wat voor jou als hulpverlener voorspelbaar is hoeft geen voorspelbaarheid voor de cliënt te betekenen.
-
Gesprekssimulatie: “Ik zorg dat jij je veilig voelt”
Korte pauze (5 minuten)
Kernhandeling 4: Versterken – Eigen kracht & netwerkkaart (45 min)
-
Oefening: in kaart brengen van het sociaal netwerk
-
Reflectie: benutten van het netwerk als herstelbron
-
Praktische tips om regie, veerkracht en zelfvertrouwen van jeugdige te versterken
Samenwerken met ouders en netwerk (20 min)
- Het belang van systeemdenken in jeugdhulp
- Oefening: systematische verkenning via de netwerkkaart
Zelfdeterminatietheorie en de Cirkel van Verandering (20 min)
-
Toelichting: basisbehoeften autonomie, competentie en verbondenheid (Deci & Ryan)
-
Koppeling met motivatie en gedragsverandering (Prochaska & DiClemente)
-
Bespreking van toepassingsmogelijkheden in de praktijk van jeugdhulp
Zelfdeterminatietheorie en de Cirkel van Verandering (20 min)
-
Gespreksvaardigheid: herkennen van eigen triggers en rolspanning
-
Verschil tussen Empathie en compassie
-
Reflectieopdracht: balans tussen betrokkenheid en professionele distantie
Eindopdracht & evaluatie (15 min)
- Toelichting op de eindreflectie als toetsingsonderdeel
- Borging: hoe pas je geleerde inzichten toe in de praktijk? Een situatie beschrijven waarin je het achterafgezien, met de kennis na deze training anders had gedaan en hoe?
- Digitale evaluatie
- Afsluitende reflectie en citaat
Accreditaties
Deze training is door het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) geaccrediteerd voor het opleidingstraject van jeugdzorgwerkers en jeugd- en gezinsprofessionals en is toegekend voor 11,20 accreditatiepunten.
Doelgroep
Deze cursus is bedoeld voor jeugd- en gezinsprofessionals met een hbo-diploma en een geldige SKJ-registratie die werkzaam zijn binnen de jeugdhulp of jeugdbescherming. Denk hierbij aan maatschappelijk werkers, jeugd- en gezinscoaches, (jeugd)verpleegkundigen, ambulant begeleiders, gezinshuisouders, medewerkers in wijkteams, pleegzorg of residentiële voorzieningen.
De cursus is geschikt voor zowel beginnende als ervaren professionals die hun handelingsbekwaamheid willen vergroten binnen de begeleiding en ondersteuning van jongeren. Ook professionals die werken in multidisciplinaire of netwerkgerichte contexten vinden in deze cursus praktische handvatten die direct toepasbaar zijn in de dagelijkse praktijk. Methodisch, veilig en in samenwerking met ouders, begeleiders en ketenpartners te integreren in het hulpverleningsproces.
Doelstellingen
Na afronding van deze training:
- Begrijpt de deelnemer de theoretische uitgangspunten en methodiek van Steunend Relationeel Handelen (SRH), inclusief de vier kernhandelingen (verbinden, verstaan, verzekeren, versterken), en kan deze methodiek plaatsen binnen het bredere kader van relationele en herstelgerichte jeugdzorg.
- Is de deelnemer in staat om methodisch en systematisch te reflecteren op de eigen professionele houding, waarbij inzicht wordt ontwikkeld in persoonlijke triggers, grensbewaking, hechtingsstijl en het balanceren tussen professionele nabijheid en distantie.
- Kan de deelnemer de gespreksvaardigheden toepassen die verbinding bevorderen, waaronder actief luisteren, empathisch bevragen en het socratisch dialoog, met als doel duurzame werkrelaties op te bouwen binnen complexe gezinssystemen.
- Kan de deelnemer weerstand herkennen als signaal van onderliggende behoeften en deze methodisch analyseren en reduceren, met inzet van SRH-communicatievormen die gericht zijn op herstel van vertrouwen en versterking van de werkrelatie.
- Is de deelnemer in staat om het netwerk van de jeugdige systematisch te betrekken, met behulp van tools zoals de levenslijn en netwerkkaart, om co-creatie, gedeeld perspectief en duurzame samenwerking in te bedden in de begeleiding.
- Kan de deelnemer cliënten begeleiden op basis van motivatie en veranderbereidheid, met gebruik van de Cirkel van gedragsverandering (Prochaska & DiClemente) en de Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan), afgestemd op de basisbehoeften autonomie, competentie en verbondenheid.
Werkwijze
De training Werken vanuit verbinding in de jeugdzorg is didactisch opgebouwd als een blended leertraject, waarin een voorbereidende zelfstudiefase wordt gecombineerd met een intensieve fysieke bijeenkomst. Deze opzet sluit aan bij de principes van post-hbo-nascholing voor jeugd- en gezinsprofessionals en bevordert zowel kennisontwikkeling, reflectief vermogen als handelingsbekwaamheid.
De didactische werkwijze is ervaringsgericht en methodisch onderbouwd. Er wordt gewerkt aan het versterken van relationeel vakmanschap door theorie en praktijk doelgericht te integreren. Deelnemers worden geactiveerd op cognitief, emotioneel en gedragsmatig niveau, met ruimte voor zelfonderzoek, interprofessionele uitwisseling en praktische toepassing.
De volgende leeractiviteiten worden ingezet:
- Voorbereidende opdracht (zelfstudie): Deelnemers reflecteren voorafgaand aan de bijeenkomst op hun eigen werkhouding en relationele sensitiviteit aan de hand van wetenschappelijk onderbouwde reflectievragen. Daarnaast bestuderen zij geselecteerde hoofdstukken uit het praktijkboek Steunend Relationeel Handelen (Den Hollander & Wilken, 2020).
- Plenaire kennisoverdracht: Tijdens de fysieke bijeenkomst worden theoretische kaders behandeld, waaronder de methodiek van SRH (met de vier kernhandelingen), de Zelfdeterminatietheorie en de Cirkel van gedragsverandering. De trainer verbindt deze kaders aan herkenbare praktijksituaties uit de jeugdhulpverlening.
- Interactieve opdrachten: Door het inzetten van werkvormen zoals de levenslijn, netwerkkaart en socratische dialoog verdiepen deelnemers hun bewustzijn van eigen professionele houding, triggers en communicatiepatronen. Er is aandacht voor relationele afstemming en begrenzing.
- Casuïstiekbespreking en intervisie: Deelnemers brengen eigen casussen in en reflecteren in subgroepen op de professionele rol, het relationele proces en mogelijke handelingsstrategieën bij weerstand of complexe dynamieken.
- Rollenspellen en vaardigheidstraining: Gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, empathisch doorvragen en het herkennen van weerstand worden geoefend in realistische simulaties. Feedback en observatie bevorderen leertransfer naar de praktijk.
- Individuele reflectie: Tijdens en na de training werken deelnemers aan een schriftelijk reflectieverslag waarin zij hun leerproces, inzichten en concrete toepassing binnen de praktijk beschrijven. Deze opdracht vormt tevens de toetsingsvorm van de training.
Deze blended, gevarieerde en systematisch opgebouwde werkwijze draagt bij aan de competentieontwikkeling van de jeugd- en gezinsprofessionals. De inzet van afwisselende, didactisch onderbouwde leeractiviteiten is erop gericht dat deelnemers niet alleen theoretisch inzicht verwerven, maar ook daadwerkelijk methodischer, bewuster en empathischer leren handelen binnen complexe jeugdzorgcontexten. De training is daarmee gericht op directe toepasbaarheid in de praktijk én op duurzame professionalisering.
1. Ondersteunen bij regievoeren
Deze training versterkt het vermogen van jeugd- en gezinsprofessionals om cliënten actief te ondersteunen in het voeren van regie over hun eigen leven. Door het versterken van relationele vaardigheden leren deelnemers hoe zij een open, gelijkwaardige werkrelatie kunnen aangaan waarin ruimte is voor de stem van de jongere en het gezin. De training richt zich op het vergroten van het (zelf)vertrouwen van cliënten door erkenning, transparantie en reflectieve communicatie. Professionals leren hoe zij in hun begeleiding aansluiten bij de behoeften van jeugdigen en hun gezinnen, zodat deze zich gezien voelen en hun eigen keuzes durven maken.
Vanuit het model van Steunend Relationeel Handelen (SRH) leren deelnemers hoe zij het zelfvertrouwen van cliënten kunnen versterken door ruimte te geven aan hun autonomie, verlangens en keuzen. Door methodische toepassing van de kernhandelingen (zoals 'verstaan' en 'versterken') en met behulp van de Zelfdeterminatietheorie wordt ingegaan op het belang van autonomie, competentie en verbondenheid. In de training oefenen deelnemers hoe zij cliënten actief kunnen betrekken in het hulpverleningsproces, hen kunnen motiveren en ondersteunen bij het maken van keuzes die passen bij hun leefwereld, wat leidt tot versterking van hun eigen regievermogen. Het herwinnen van regie wordt op die manier niet alleen inhoudelijk besproken, maar ook ervaringsgericht geoefend aan de hand van praktijkcasuïstiek en gespreksmodellen.
2. Samenwerken met de jeugdige en het gezin
Een werkbare samenwerkingsrelatie vormt het hart van effectieve jeugdhulpverlening. Deze training biedt jeugd- en gezinsprofessionals een verdiepend kader om vanuit gelijkwaardigheid en transparantie verbinding aan te gaan met jongeren en gezinnen. Deelnemers leren hoe zij de relatie doelgericht kunnen opbouwen met aandacht voor relationele veiligheid, congruentie en responsiviteit. Er wordt geoefend met verschillende gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, empathisch bevragen, en het voeren van socratische dialogen.
Door dit relationele vakmanschap te versterken, worden professionals beter toegerust om duurzaam vertrouwen op te bouwen, ook wanneer er sprake is van wantrouwen, terughoudendheid, weerstand vanuit trauma en/ of eerdere negatieve ervaringen.
De training nodigt deelnemers uit tot kritische zelfreflectie op hun eigen communicatiepatronen, rolopvattingen en overtuigingen. Er wordt aandacht besteed aan het herkennen van overdracht, tegenoverdracht en persoonlijke triggers, en hoe deze (onbewust) van invloed kunnen zijn op de samenwerking met cliënten. Via ervaringsgerichte werkvormen zoals duo-oefeningen, de levenslijn en reflectie-opdrachten, ontwikkelen deelnemers meer inzicht in hun eigen houding en de impact daarvan op de hulpverleningsrelatie. Dit bevordert een bewuste afstemming op het tempo, de leefwereld en de behoeften van de jeugdige en het gezin, wat de basis legt voor wederkerigheid en gedeelde verantwoordelijkheid.
Daarnaast leren deelnemers hoe zij de stem van de jeugdige en het gezin structureel kunnen betrekken bij de invulling van het hulpverleningstraject. Er wordt gewerkt aan co-creatie van doelen, waarbij professionals leren ruimte te maken voor het verhaal, de wensen en het perspectief van de cliënt. Dit vraagt om het loslaten van standaardoplossingen en het durven volgen van het ontwikkelproces van het gezin, zonder de professionele kaders uit het oog te verliezen. De training helpt professionals om deze balans te bewaren en tegelijkertijd te blijven werken aan effectieve, haalbare en gedragen hulpverlening. Deelnemers ontwikkelen hiermee niet alleen relationele vaardigheden, maar ook het vermogen om verbinding methodisch in te zetten als veranderkracht binnen de jeugdzorg.
3. Versterken van het netwerk
Het betrekken van het sociaal netwerk is een essentieel onderdeel van relationele jeugdhulp. In deze training wordt geoefend met het systematisch verkennen van het netwerk van de jeugdige met behulp van tools zoals de levenslijn en netwerkkaart. Deelnemers reflecteren op hoe verbinding niet alleen plaatsvindt in de één-op-één-relatie, maar ook in het bredere systeem van de jongere. Er wordt stilgestaan bij hoe professionals vanuit relationele nabijheid kunnen motiveren tot het inschakelen of versterken van sociale steunbronnen. Door middel van
casuïstiek leren deelnemers hoe zij gesprekken kunnen voeren die gericht zijn op netwerkversterking, ook in situaties waarin sprake is van wantrouwen of teruggetrokkenheid van het systeem. Deelnemers leren hoe zij de bredere sociale context kunnen benutten om steunstructuren te versterken, weerbaarheid te vergroten en duurzame oplossingen te bevorderen. Er is aandacht voor het bespreekbaar maken van systeemdynamieken die netwerkparticipatie belemmeren. Door deze systemische benadering leren deelnemers hoe zij het netwerk als volwaardige partner kunnen betrekken in het hulpverleningsproces.
4. Interdisciplinair samenwerken met en rond de jeugdige en zijn systeem
De training benadrukt het belang van samenwerking binnen de driehoek professional–cliënt–systeem, alsmede in ketensamenwerking en bredere netwerken rondom jeugdigen. Vanuit het uitgangspunt van ‘verbinding in alle lagen’ worden deelnemers zich bewust van hun eigen positie en rol binnen het multidisciplinaire krachtenveld van de jeugdhulpverlening. Er wordt nadrukkelijk stilgestaan bij de wijze waarop een verbindende professionele grondhouding bijdraagt aan effectieve, gelijkwaardige en constructieve samenwerking met cliënten, hun systeem en betrokken ketenpartners.
De training biedt tevens inzicht in hoe het perspectief van de cliënt leidend kan blijven binnen overlegstructuren, ook wanneer sprake is van verschillende visies of belangen. Er wordt aandacht besteed aan thema’s zoals rolzuiverheid, het gezamenlijk formuleren van doelen, en het professioneel bewaken van grenzen. Deze thema’s worden uitgewerkt aan de hand van praktijkgerichte oefeningen die gericht zijn op het expliciteren van professionele intenties, verwachtingen en verantwoordelijkheden binnen samenwerkingsrelaties.
Aan de hand van gestructureerde reflectieopdrachten en consultatieve werkvormen oefenen deelnemers hoe zij de samenwerking met collega’s, netwerkpartners en cliëntsystemen effectief en transparant kunnen vormgeven. Daarbij is expliciet aandacht voor het omgaan met verschil van inzicht, het hanteren van rol- en belangenverschillen, en het behouden van een gezamenlijke focus op het belang van de jeugdige. De training stimuleert daarmee een proactieve, zelfbewuste en verbindende rolopvatting binnen complexe samenwerkingsverbanden.
5. Regie (deels en tijdelijk) overnemen van de jeugdige en zijn gezin
Soms vereist de veiligheid of ontwikkeling van een jeugdige dat een professional tijdelijk de regie overneemt. De training helpt professionals om sensitief en duidelijk te communiceren wanneer tijdelijk regie wordt overgenomen. Deelnemers leren in de training hoe zij dit proces transparant, methodisch en relationeel kunnen vormgeven, met behoud van verbinding en het perspectief van de cliënt. Er wordt geoefend met het benoemen van grenzen en het geven van kaders zonder het relationele contact te verbreken, waarbij aandacht is voor de impact die dat kan hebben op het gevoel van autonomie van de jongere of ouder. Door het werken vanuit verbinding leren deelnemers om dergelijke overnames van regie relationeel in te bedden: met behoud van contact, erkenning van perspectieven en ruimte voor dialoog. Door het expliciteren van intenties, het creëren van ruimte voor dialoog en het erkennen van emoties, wordt escalatie voorkomen en blijft samenwerking mogelijk. Dit draagt bij aan het versterken van de eigen kracht van cliënten en voorkomt afhankelijkheid. De training stimuleert daarbij een reflectieve houding, zodat het tijdelijk overnemen van regie niet leidt tot afhankelijkheid, maar bijdraagt aan empowerment.
6. Ethisch en integer handelen
Ethisch bewustzijn en integriteit vormen een doorlopende onderstroom in de training. De training bevordert ethische bewustwording door ruimte te bieden voor reflectie op waarden, grenzen en dilemma’s die zich voordoen in het werken met kinderen, jongeren en gezinnen. Er is aandacht voor professionele grenzen, rolopvattingen en het maken van moreel verantwoorde keuzes in contact met cliënten.
De training biedt ruimte voor ethische reflectie op situaties waarin loyaliteit, weerstand of persoonlijke gevoelens de professionele afweging beïnvloeden. Door oefeningen met morele dilemma’s, groepsgesprekken en reflectie op praktijkcasussen, ontwikkelen deelnemers een scherper moreel kompas. Tevens wordt het belang van transparante communicatie over keuzes en afwegingen richting cliënt benadrukt. Hierdoor kunnen jeugdigen en gezinnen beter begrijpen waarom bepaalde beslissingen worden genomen, met als doel vertrouwen, helderheid en betrokkenheid te versterken.
Studiebelasting
Contacturen: 7 uur
Zelfstudie uren: 4 uur (literatuur en voorbereidende opdracht)
De totale studiebelasting buiten de trainingsdag bedraagt 4 uur en bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Literatuurstudie (ca. 3 uur)
Ter voorbereiding op de training bestuderen deelnemers geselecteerde hoofdstukken uit het praktijkboek Steunend Relationeel Handelen. Werken in verbinding (Den Hollander & Wilken, 2020, derde herziene druk 2022):
- Hoofdstuk 1 – De basis van Steunend Relationeel Handelen
- Hoofdstuk 2 – SRH als reisgids
- Hoofdstuk 4 – Verbinden
- Hoofdstuk 5 – Verstaan
- Hoofdstuk 6 – Verzekeren en versterken
- Hoofdstuk 7 – Werken in en met de omgeving
Daarnaast lezen deelnemers het artikel van Koomen, H. (2023), Professionele pedagogische en hulpverleningsrelaties vragen meer dan een warm hart, gepubliceerd in Jeugd in Ontwikkeling. De inhoud van deze literatuur vormt de theoretische basis voor reflectie en toepassing tijdens de trainingsdag.
2. Voorbereidende reflectieopdracht (ca. 0,5 uur)
Deelnemers maken voorafgaand aan de bijeenkomst een reflectieve opdracht, bestaande uit gerichte schriftelijke vragen over hun eigen werkhouding, relationele sensitiviteit en ervaringen met verbinding in de hulpverlening. De antwoorden dienen als uitgangspunt voor de interactieve start van de training en worden meegenomen in een plenaire reflectie. De geschatte tijdsinvestering voor deze opdracht is 0,5 uur.
3. Eindopdracht – Reflectieverslag (ca. 0,5 uur)
Na afloop van de trainingsdag maken deelnemers een schriftelijke eindopdracht in de vorm van een reflectieverslag. In dit verslag beschrijven zij hun persoonlijke leerproces, verkregen inzichten en de manier waarop zij het geleerde integreren in hun dagelijkse praktijk. De reflectie dient maximaal één A4 te beslaan en wordt binnen twee weken na de training ingeleverd via de leeromgeving.
Beoordeling eindopdracht (door trainer): De trainer beoordeelt de reflectieverslagen op basis van vooraf vastgestelde criteria: diepgang van reflectie, integratie van theorie en praktijk, en toepasbaarheid in de werkcontext. Per deelnemer wordt hiervoor circa 20 minuten gereserveerd. Deze tijd is niet inbegrepen in de studiebelasting van de deelnemer, maar behoort tot de kwaliteitsborging binnen formeel leren.
Aanwezigheid
Deze training vereist 100% fysieke aanwezigheid van de deelnemer gedurende de gehele lesdag. De aanwezigheid is een essentieel onderdeel van formeel leren zoals bedoeld in het SKJ-accreditatiekader.
Indien de deelnemer door overmacht of aantoonbare omstandigheden niet in staat is om (een deel van) de lesdag bij te wonen, kan na overleg met de opleider alsnog worden voldaan aan de aanwezigheidseis door het uitvoeren van een aanvullende individuele opdracht. De aard en inhoud van deze opdracht sluiten aan bij de gemiste onderdelen en worden vastgesteld door de trainer.
Zonder voltooiing van deze opdracht kan er geen certificaat van deelname worden verstrekt.
Toetsing
De training wordt afgesloten met:
- Reflectieverslag (verplicht):
- Beschrijving van leerproces en toepassing in de praktijk
- Beoordeling op zelfreflectie, integratie theorie en concreet handelen
- Herkansing bij onvoldoende beoordeling (conform beleid De Inzichten Academie)
Literatuurlijst
- Den Hollander, D. & Wilken, J.P. (2020, derde druk 2022). Werken in Verbinding. Praktijkboek Steunend Relationeel Handelen. Amsterdam: SWP.
- Kenniswerkplaats Jeugd Friesland. (z.d.). Levenslijn-tool [Online tool]. Geraadpleegd op 8 juli 2025, van https://awtjf.nl/tools-voor-professionals/levenslijn/
- Koomen, H. (2023). Professionele pedagogische en hulpverleningsrelaties vragen meer dan een warm hart. Jeugd in Ontwikkeling.
- Prochaska, J. O., & DiClemente, C. C. (1982). Transtheoretical therapy: Toward a more integrative model of change. Psychotherapy: Theory, Research & Practice, 19(3), 276–288. https://doi.org/10.1037/h0088437
- Richtlijnen Jeugdhulp & Jeugdbescherming. (z.d.). Richtlijn problematische gehechtheid – Kernaanbevelingen. Geraadpleegd op 8 juli 2025, van https://www.richtlijnenjeugdhulp.nl/problematische-gehechtheid/kernaanbevelingen
- Richtlijnen Jeugdhulp & Jeugdbescherming. (z.d.). Richtlijn traumagerelateerde problemen – Introductie. Geraadpleegd op 8 juli 2025, van https://www.richtlijnenjeugdhulp.nl/traumagerelateerde-problemen/introductie
- Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). The “what” and “why” of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behavior. Psychological Inquiry, 11(4), 227–268. https://doi.org/10.1207/S15327965PLI1104_01
- Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie. (z.d.). Socratisch gesprek [Video]. Geraadpleegd op 7 juli 2025, van https://www.vgct.nl/kennis/socratisch-gesprek/